(Door Redactie Educare)
Imitatie van gedrag werkt positief. Maar wat gebeurt er als je niet wordt nagedaan? Psycholoog Marina Kouzakova promoveerde hier op.
Over de positieve gevolgen van gedragsimitatie is veel bekend. Als je wordt nagedaan, heb je het gevoel dat je erbij hoort, een basale behoefte. Er is bewijs dat uitsluiting dramatische gevolgen kan hebben, fysiologisch, mentaal en sociaal. Het zit niet in exacte imitatie, maar vooral in kleine, non-verbale signalen. Nadoen creëert onbewust het gevoel dat je op dezelfde golflengte zit.
Maar wat er gebeurt als je niet wordt geïmiteerd, daarover was nog weinig bekend. Kouzakova onderzocht het.
Ze nam twee groepen van elk 35 proefpersonen en liet hen allemaal een taakje uitvoeren. De aard van de taak deed er niet toe. Alle taken werden uitgevoerd in samenwerking met een andere proefpersoon, in werkelijkheid een vertrouweling van Kouzakova. In de ene groep deed de vertrouweling de proefpersoon na en in de andere groep niet. Wat bleek?
De proefpersonen die niet werden nagedaan schoten in de stress. Hun cortisolgehalte steeg, hun zelfwaardering daalde. Als je niet wordt nagedaan, heb je het gevoel dat je medespeler geen zin meer in je heeft. Een lage zelfwaardering wil niemand.
Iedereen streeft altijd naar een positief zelfbeeld. En dus bekeken ze ook of proefpersonen compenseerden voor de daling in hun zelfbeeld. Ze deed een fascinerende ontdekking: mensen van wie je houdt vormen een buffer tegen een verlaagd zelfbeeld. Als je even denkt aan je vriendje, dan stijgt je zelfwaardering weer. Je kunt dus prima compenseren voor een verlaagd zelfbeeld door aan een belangrijk persoon te denken.