Door Redactie Educare
Een aanzienlijk deel van de Nederlandse jongeren ontwikkelt probleemgedrag in de adolescentiefase. Het karakter, de gezinssituatie en de relatie met leeftijdsgenoten kunnen de ontwikkeling van agressief gedrag of depressieve gevoelens beïnvloeden.
Orthopedagoge Miranda Sentse onderzocht de invloed van de sociale omgeving op probleemgedrag. Het blijkt dat ouders een belangrijke rol hebben. Niet ieder kwetsbaar kind ontwikkelt probleemgedrag. Sentse ontdekte dat de gezinssituatie een belangrijke rol speelt.
Een kind dat vaak in conflictsituaties belandt, heeft een grotere kans op het ontwikkelen van antisociaal gedrag. Wanneer ouders warmte en steun geven, verkleint dat het risico op probleemgedrag. Een afwijzende en kille houding daarentegen vergroot de kans op antisociaal gedrag aanzienlijk.
Kinderen in de adolescentiefase willen graag bij de groep horen en verlangen zelfstandigheid. Jongeren met antisociale vrienden gaan vaak zelf ook probleemgedrag vertonen. Jongeren die dan ook nog eens niet onder streng ouderlijk toezicht staan, hebben een grotere kans op het ontwikkelen van antisociaal gedrag.
Teveel controle kan echter eveneens averechts werken. Jongeren zijn niet alleen gevoelig voor de waardering van hun ouders, maar willen ook geaccepteerd worden door hun leeftijdsgenoten. Jongeren, vooral meisjes, vertonen meer gedragsproblemen wanneer de relatie met hun ouders slecht is. Het risico daarop wordt echter verminderd wanneer zij een goede relatie onderhouden met leeftijdsgenoten.
Ouders kunnen met hun acceptatie en steun niet de afwijzing van leeftijdsgenoten compenseren.
Bron: Rijksuniversiteit Groningen 23-2-2010